Nieuwsarchief

v.l.n.r. Henny Wolters, Bert Beekhuis, Gelske Kwikkel, Henny van den Heuvel, Joke van Jeveren

Nu te zien: Kijken en Luisteren

Simone van de Watering

Kijken en Luisteren is een kleurrijke tentoonstelling waar muziek in zit. Speciaal voor deze gelegenheid maakten beeldend kunstenaar Gelske Kwikkel en haar cursisten schilderijen geïnspireerd op de zintuigen zicht en gehoor.

Schilderend binnen het thema Kijken – denk aan licht/donker, emoties en observeren – maakt de groep zichtbaar wat er bij het waarnemen gebeurt. Bij het thema Luisteren is men bij een muziekstuk kleur en beweging gaan zoeken. Een piano vraagt bijvoorbeeld kortere penseelstreken dan een viool en ook een andere kleur. Ook hoge en lage tonen en rust en stilte vind je terug in de composities.

Bijpassende gedichten verhelderen de thema’s van de schilderijen. Als luchtige toets zijn er speeldoosjes beschilderd. Voor jonge bezoekers is er een hoekje waar ze zelf kunnen tekenen en kleuren met opdrachten in kijken en luisteren.

Oorlogsschade in Bennekom, 1945 (Beeldbank Oud-Bennekom)

Zaterdag 30 oktober: Nacht van de Geschiedenis

De Bennekomse Nacht van de Geschiedenis heeft zaterdag 30 oktober als titel ‘Aan het werk!’ Verteld wordt hoe de Bennekommers in 1945, na evacuatie, hun zwaar gehavende dorp aantroffen en aan het herstel van hun woonplaats begonnen.

Na hun evacuatie in oktober 1944 konden de dorpelingen pas in de zomer van 1945 terug naar hun dorp. Wat ze aantroffen was ontluisterend. Door gevechtshandelingen en de inslag van een V1 lag een deel van het dorp in puin. Er moesten letterlijk bergen worden verzet om er weer te kunnen wonen en leven.

Programma

Inloop met koffie/thee vanaf 19:30 uur, aanvang 20:00 uur. Hester Veltman-Kamp, wethouder Cultuur en Monumenten is de eerste spreker. Daarna spreken Henk van Amerongen over de wederopbouw van de Krulweg, Bert Mulder over de restauratie van de Gereformeerde Kerk en Roel Hartman over het herstel van de Lindelaan. Vervolgens toont Jan Osté een aantal gereedschappen gebruikt bij de wederopbouw. Johan van de Pol sluit af met muziek uit die periode. Na afloop is er een drankje in de koffiekamer.

Iedereen is welkom in ons museum, Kerkstraat 1. € 2 of gratis met Museumkaart en Vriendenjaarkaart. Coronacheck QR-code is vereist.

Nu te zien: Ericapark out-of-the-box

Kun je een woonbeleving vastleggen in doosjes? Ja, dat laat de expositie Ericapark out-of-the-box zien.

Beeldend kunstenaar Clementine Sluijsmans woont sinds 2017 in het Ericapark. Tijdens de coronapandemie vroeg zij zich af: ‘Wie zijn mijn buren eigenlijk en waarom wonen ze hier?’ Deze vraag vormde de basis van een ontdekkingstocht naar de achtergrond en woonbeleving van haar medebewoners van het park.

‘Vertel iets over jezelf als bewoner van het Ericapark en vul daarmee een kistje,’ verzocht zij haar buren. Het merendeel van hen gaf hieraan gehoor. Mooie, creatieve uitingen van de woonbeleving van de huiseigenaars waren het resultaat.

De Bouwkas Noord Nederland gaf in 1954, ten tijde van naoorlogse woningnood, opdracht tot de bouw van een bijzondere woonvorm voor 55-plussers. In plaats van het destijds bekende bejaardentehuis werden kleine aparte woningen gebouwd met verzorging in de directe omgeving, in de vorm van een centraal gebouw. Prof. J.T.P. Bijhouwer, hoogleraar tuinarchitectuur in Wageningen, ontwierp de inrichting van het terrein, strevend naar harmonie tussen de mens en zijn omgeving. Het Ericapark is tegenwoordig een gemeentelijk monument.

Vijfenzestig jaar na oprichting functioneert deze bijzondere woonvorm nog steeds optimaal. Er is weinig veranderd, alleen de kleine huisjes heten nu ‘tiny houses’. De huidige bewoners zijn nog steeds heel tevreden over het woonconcept, zoals te zien is in dit kunstproject.

Vanwege de interesse rond betaalbare huisvesting en met name ouderenhuisvesting is het Ericapark in Bennekom weer helemaal actueel. Wonen op de begane grond, in de natuur en dichtbij het centrum.

Meer informatie over het Ericapark en met name dit kunstproject is te vinden in het boekje Ericapark out-of-the-box, te bestellen via Clem Sluijsmans.

De expositie is te zien tot en met 27 november 2021.

Nieuwe aanwinst: Chappell vleugelpianola

Onze collectie is uitgebreid met een unieke vleugelpianola van het bekende merk Chappell uit Londen. Het instrument, een geschenk van het echtpaar Hulsbergen uit Ede, werd 15 september officieel eigendom van het museum. Hieraan ging een periode van drie jaar vooraf, waarin de pianola door medewerkers van het museum met veel vakmanschap, geduld en passie is gereviseerd. Nu klinkt en oogt ze weer minstens even mooi als ooit.

De heer Hulsbergen tekent het schenkingsformulier onder toeziend oog van zijn echtgenote en directeur Johan van de Pol.

Een jaar of drie geleden werd het museum benaderd met de vraag of er belangstelling was voor een vleugelpianola. Het bleek te gaan om een instrument van het merk Chappell uit Londen, gebouwd in 1942. Deskundigen van het museum zijn gaan kijken. Het instrument stond op zijn kant in een garagebox. Of er nog geluid uitkwam was op dat moment niet te onderzoeken, maar het geheel zag er niet onaardig uit en leek in ieder geval wel te reviseren. Het instrument is naar het museum vervoerd en het restauratieteam kon aan de slag. Eenmaal op zijn pootjes bleek het toch nog wel wat tegen te vallen. De vleugel had erg vochtig gestaan en we zagen meteen dat het ivoren beleg van de pianotoetsen daardoor had losgelaten. Maar dat was nog maar de buitenkant! Er bleek grondig te moeten worden gereviseerd op alle fronten: aan het pianogedeelte van het instrument, het pneumatische deel én aan de kast.

De baskam (waar de koperomwikkelde bassnaren overheen lopen) had losgelaten van de klankbodem en was in drie stukken gebroken. Alle snaren waren verroest en moesten worden vervangen( ca. 230 stuks). Dat gold ook voor de stempennen. De pianotoetsen werden opnieuw belijmd. De balgen en speelbalgjes van het pneumatische gedeelte waren allemaal poreus geworden en moesten opnieuw met balgleer worden belijmd. Helaas was hier in het verleden ondeskundig aan geknutseld en waren de poreuze balgjes ingesmeerd met een vette substantie, waarschijnlijk met het doel om ze enigszins luchtdicht te maken. Heel veel vuil was hier aangekoekt en na alles te hebben gedemonteerd kostte het vele uren om alles goed te reinigen om er vervolgens een nieuw balgdoek op aan te kunnen brengen.

Het akoestische gedeelte werd helemaal gedemonteerd, oude snaren eraf, stempennen eruit, het loodzware gietijzeren frame uitgenomen, alles gereinigd, waar nodig gerepareerd en weer teruggeplaatst. Daarna werden de nieuwe snaren en stempennen weer aangebracht. (De koperomwikkelde bassnaren zijn één voor één met de hand op een spinmachine gemaakt naar een tevoren gemaakte sjabloon.) Na het opnieuw besnaren konden de dempers, die ook van nieuw dempervilt waren voorzien weer worden teruggeplaatst. Het hamermechaniek was gelukkig in redelijk tot goede staat. We konden volstaan met grondig reinigen van alle mechaniekdelen en het vervangen van viltmaterialen en een grote afregelbeurt.

Voordat alle bovenstaande werkzaamheden konden worden uitgevoerd moest behalve het pianogedeelte, ook het pneumatische systeem worden gedemonteerd. Bundels slangen, slangetjes, vele schuiven en hendels, balgen en balgjes moesten worden verwijderd en goed worden gedocumenteerd om later alles weer op de goede plaats terug te kunnen zetten. De vele slangen en aansluitpunten waren oorspronkelijk allemaal voorzien van plakkers met nummers, maar door de ouderdom volstrekt onleesbaar. Hier hadden we dus niets aan. Om hier geen onherstelbare fouten in te maken werd de hulp gevraagd aan de heer Marcel Veel, voorzitter van de Nederlandse Pianolavereniging die al vele malen met dit bijltje gehakt heeft. Deze bevlogen en enthousiaste man was onmiddellijk bereid om er een zaterdag aan op te offeren en ons pro Deo hierin bij te staan. Met vlotte hand trok hij tot onze schrik alle slangen los zonder nieuwe nummering aan te brengen. Op onze vraag of we hier later wel zouden gaan uitkomen antwoordde hij geruststellend dat alles zich zelf zou uitwijzen.

Al met al was de hele restauratie een giga-klus voor onze onvolprezen deskundigen: Willem ten Hove, Wim Modderkolk, Nico Meijboom en Bert Rijnberk. Nog vele uren afregelen, vele malen stemmen, experimenteren en proefdraaien volgden. De met esdoornfineer beklede kast van de vleugel was erg gehavend door beschadigingen en houtverkleuringen. Deze werd extern onder handen genomen door een bedrijf in Polen (Neopiano, Kalisz). Dit is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Vrienden van het museum. Het resultaat is oogverblindend en de vleugel ziet er weer uit als nieuw.

Het team achter de nieuwe aanwinst

 

Nu te zien: Thuis in het poppenhuis

Poppenhuizen uit de vorige eeuw, gemaakt door creatieve vaders, opa’s en anderen. Met deze poppenhuizen is gespeeld door hun dochters en kleindochters. Toen deze meisjes te groot werden om ermee te spelen zijn de poppenhuizen vaak lang op zolder bewaard. Maar ook de zolder moet een keer worden opgeruimd. Zo zijn ze uiteindelijk beland in ons museum. Pareltjes van huisvlijt, die we nu laten zien.

Help het museum te heropenen

Om verantwoord en veilig open te kunnen, hebben Gelderse musea extra hulp nodig van inwoners. De website erfgoedvrijwilliger.nl doet een beroep op mensen die zich in coronatijd willen inzetten voor een museum of monument in hun dorp of stad.

De heropening van veel Gelderse musea en monumenten is afhankelijk van de beschikbaarheid van vrijwilligers. Een grote groep vrijwilligers is achter de schermen al hard aan het werk om alles voor te bereiden. Tegelijkertijd zijn er vrijwilligers die hun werkzaamheden voorlopig niet kunnen hervatten, vanwege een kwetsbare gezondheid, leeftijd, zorgtaken of andere omstandigheden. Het risico bestaat daardoor dat verschillende musea en monumenten in Gelderland dicht moeten blijven.

Door in te springen als vrijwilliger, kan een museum of monument toch open gaan en blijven. Voor een aantal van hen kan dit net het verschil maken. Erfgoed Gelderland brengt de geïnteresseerden in contact met een museum of monument. Mensen die een bijdrage willen geven, kunnen ook zelf op zoek naar een passende vrijwilligersvacature via erfgoedvrijwilliger.nl/vacatures.

Nu te zien: Diversiteit en Verbinding

Weefkring ‘t WEB bestaat veertig jaar. Ter gelegenheid van dit jubileum laten leden van ‘t WEB recent, niet eerder geëxposeerd werk zien. De tentoonstelling is tot en met 24 oktober te zien.

Weven is van alle tijden. De voorjaarstentoonstelling van het Kijk en Luistermuseum toont een selectie uit het werk van leden van Weefkring ‘t Web.

Weven is het vervlechten van horizontale en verticale groepen draden tot textiel. Textiel is letterlijk “al wat geweven is”. Het woord is afgeleid van het Latijnse woord “texere” dat weven betekent.

In deze tentoonstelling wordt deze oude techniek gepresenteerd met een eigentijdse visie en moderne materialen. Er zijn een-, twee- en driedimensionale werkstukken te zien. Goed voor vele verrassingen.

Het weefwerk hiernaast afgebeeld (detail boven) is tweedimensionaal en geweven door Yolanda Aits. Zij heeft aan elk lid van de weefkring haar mooiste draad gevraagd om daarvan dit web, tegen een achtergrond van blauwe lucht, te maken.

Nu te zien: Bevrijding 75 jaar

In het kader van het project Bevrijding Ede 75 jaar maken de gezamenlijke musea in Ede en de historische verenigingen een ketententoonstelling over de bevrijding van de Gemeente Ede, waarbij de verschillen tussen de verschillende dorpen naar voor worden gebracht.

In Bennekom staat het verhaal van Dokter Kan centraal, dokter in oorlogstijd, gekoppeld aan hoe de bevrijding werd gevierd. In onze tentoonstelling wordt het grote verhaal van de bevrijding verteld, en is een dokterskamer ingericht met informatie over dokter Kan.

Voor de leerlingen van groep 7/8 en brugklas is een katern geschreven over de verschillen in bevrijding van de Edese dorpen.

Voor hen is ook in Bennekom een educatieve programma ontwikkeld. Na een verhaal over dokter Kan en beluisteren van 3 verhalen van ooggetuigen uit Bennekom gaan zij aan het werk met het maken van een bevrijdingsboog of het programma voor een bevrijdingsfeest.

Die verhalen zijn speciaal door Ank Koster van de historische vereniging opgenomen en tot korte filmpjes bewerkt door Aalt Jacob Welgraven.

Vrijdag 6 maart vindt er een promotour plaats georganiseerd door het Platform Militaire Historie Ede langs alle tentoonstellingen, waarbij van 11.45-12.30 uur het KLM wordt bezocht en de groep ook zijn lunch gebruikt in het museum. Deze tour is voor genodigden, op 7 maart, 21 maart en 4 april wordt de tour voor belangstellenden herhaald, zie daarvoor de website van het PMHE.

Vanaf 10 maart kunnen scholen de tentoonstelling, op afspraak, komen bezoeken.

Nu te zien: Koffie

Tot en met 29 april is een expositie van koffiepotten uit de verzameling van Lisa Pijlman-Visser te zien. Deze wisseltentoonstelling geeft een mooi beeld van haar collectie die stamt uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Diverse manieren van koffiezetten komen aan bod, zoals filter-, espresso-, cafetière- en kannetjeskoffie.

Nu te zien: Betoverend licht

In de nieuwe wisseltentoonstelling van het Kijk en Luistermuseum zijn antieke toverlantaarns uit de unieke collectie van Pol van den Heuvel naast glas-in-loodobjecten van kunstenaar Frank Winnubst te bewonderen. De expositie is te zien van 7 december tot en met 29 februari.

Toverlantaars

Antieke toverlantaars, collectie P. van den Heuvel

Als kind ging Pol van den Heuvel op woensdagmiddag naar voorstellingen met een toverlantaarn in het clubhuis van het Leger des Heils in Utrecht. Dat was in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Hij raakte erg onder de indruk van de prachtige beelden en plaatjes én van de imposante toverlantaarn die bij de voorstellingen gebruikt werd. Twintig jaar later kreeg hij een prachtige, mahoniehouten toverlantaarn in zijn bezit en vanaf dat moment begint hij serieus met het verzamelen van toverlantaarns. Er gaat een wereld voor hem open. Hij ontdekt de grote verschillen tussen toverlantaarns uit verschillende landen: andere manieren van vormgeven en andere stijlen. Hij bezoekt diverse markten en verzamelbeurzen in binnen- en buitenland en schaft door de jaren heen heel veel toverlantaarns aan. Inmiddels besteedt Pol ook veel tijd aan het opknappen en restaureren van deze apparaten én geeft hij voorstellingen met de toverlantaarn.

Glas in lood

Frank Winnubst is bouwkundige met een grote passie voor glas in lood. Na 15 jaar gewerkt te hebben bij een gerenommeerd, middelgroot architectenbureau in Amsterdam nam hij de stap om te werken met glas. Nu heeft hij alweer 25 jaar ruime ervaring in het glas-in-lood. Hij is in het verleden gestart in de Tiffanytechniek. Hierbij wordt geen lood gebruikt, maar elk glasdeel wordt voorzien van een randje koperfolie. Voor Frank werd het duidelijk dat hij verder met glas wilde en zo is hij doorgegaan in glas-in-lood. Zijn opleidingen heeft hij in België gedaan. De techniek van glas-in-lood is al zeer oud. Stukken gekleurd of gebrandschilderd glas worden naar het patroon van de gewenste voorstelling gesneden en gevat in loodlijsten, die aan elkaar worden gesoldeerd. Frank Winnubst heeft in de oude binnenstad van Amersfoort een atelier en winkel “Glitter en Glas”, met een mooie collectie lampen en gebrandschilderde ramen.

De toverlantaarns en glas-in-loodobjecten betoveren ons allebei met licht en dat past in deze tijd van het jaar. Op 28 december geeft Pol van den Heuvel in het museum twee voorstellingen met een toverlantaarn. Bezoekers van alle leeftijden kunnen om 14:30 uur of 16:00 uur zijn voorstelling bijwonen.

De tentoonstelling Betoverend licht duurt tot en met 29 februari.

Zaterdag 26 oktober: Nacht van de Geschiedenis

Komende zaterdagavond vindt de jaarlijkse Nacht van de Geschiedenis plaats. In het kader van het thema Zij/Hij organiseert de Historische Vereniging Oud Bennekom (HVOB) opnieuw een bijeenkomst in het museum. In drie verrassende lezingen is het gezichtspunt van de vrouw op tal van zaken het uitgangspunt.

  • Wethouder Hester Veltman laat haar licht schijnen op de vrouw in de politiek.
  • Dr. Sophie Elpers spreekt over de wederopbouw van boerderijen na de Tweede Wereldoorlog en gaat hierbij in op de rol van de vrouw. Haar lezing bouwt voort op haar proefschrift bij Universiteit Wageningen. Dr. Elpers werkt als etnoloog bij het Meertens Instituut (KNAW) in Amsterdam. Zij is bovendien als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland bij het Nederlands Openluchtmuseum.
  • Hans Piena, werkzaam als Conservator Wooncultuur bij het Nederlands Openluchtmuseum, sluit in zijn lezing aan op de tentoonstelling Zij/Hij gekleed. Hij gaat in op de kleding van de vrouw en haar rol in de vroegere samenlevingen.

U bent welkom in het museum vanaf 19.30 uur. Het programma begint om 19.45 uur. De entree bedraagt € 2,- (gratis met museumkaart).

Nu te zien: Zij/Hij gekleed

Zij/Hij is het thema van de Maand van de Geschiedenis. Het Kijk en Luistermuseum en de Historische Vereniging Oud Bennekom sluiten hierbij aan met de expositie Zij/Hij gekleed. Hierin is te zien welke rol kleding vroeger speelde om het onderscheid tussen vrouwen en mannen duidelijk te maken, zowel privé als ook in het werk.

Directeur Jos van Ginkel met Meta Moerman, voorzitter van de Vereniging van Vrienden van het Kijk en Luistermuseum, bij de zojuist onthulde poppen.

Rangen en standen

Veel meer dan nu kon je aan de kleding zien wat bijvoorbeeld je beroep was of tot welke stand je behoorde. Honderd jaar geleden waren er nog veel meer uniforme drachten; denk aan politie, dienstmeisjes, bakkersknechten, maar bijvoorbeeld ook weeskinderen en kloosterlingen.

Verschil in stand was toen ook duidelijk af te lezen aan de manier van kleden. Met name in de hogere standen golden allerlei kledingregels en modevoorschriften. Men kleedde zich voor het kerkbezoek, wisselde van dracht voor de middag, het diner en daarna mogelijk nog eens voor een bezoek aan de schouwburg of de concertzaal en dat alles volgens de laatste mode. De middenstand kende ‘het goeie goed’: kleding die alleen voor zon- en feestdagen bestemd was. Tot de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw was dat nog heel gebruikelijk.

Museummannequins

Heel blij is het museum met de schenking van de Vrienden van het Kijk en Luistermuseum: nieuwe poppen met een échte uitdrukking, die als ‘museummannequins’ de kledingstukken showen die in deze expositie te zien zijn.

De tentoonstelling Zij/Hij gekleed duurt tot en met 30 november.

Nu te zien: Treinen en poppen

Speelgoed van vroeger én nu: deze zomer zijn het treinen en poppen wat de klok slaat in het museum. Complete modelspoorbanen, schaalmodellen, allerlei poppen en poppentoebehoren zijn te bewonderen. En het allerleukste is: met sommige treinen en poppen mag je zelf spelen (je kunt zelfs je machinistendiploma halen!). Geïnteresseerden van alle generaties zijn daarnaast op 17 juli en 15 augustus welkom bij een presentatie over modelspoor.

Veel opa’s van nu hebben vroeger met een elektrische trein gespeeld, emplacementen gebouwd, wissels aangelegd en zo de beginselen van de techniek geleerd. De leden van vereniging Promospoor in Ede zijn nog steeds in de ban van deze hobby. Promospoor exposeert van 22 juni tot en met 7 september allerlei banen en schaalmodellen van verschillende merken, zoals Märklin, Fleischmann en Hornby (de uitvinder van de Meccano).

Tegenwoordig is de scheiding tussen jongens- en meisjespeelgoed vervaagd, maar vroeger speelden vooral meisjes veel met poppen. Zo leerden ze alvast voor ‘als ze later groot waren’. In de tentoonstelling zijn poppen van hout, stof, porselein of celluloid te zien, naast poppenwagens, -bedjes en andere toebehoren. Sommige poppen zijn al zó oud, dat ook de oma’s van nu er zelfs niet meer mee hebben gespeeld, maar hún grootmoeders.

Kinderen van alle leeftijden zijn van harte welkom om niet alleen te komen kijken naar het speelgoed van vroeger, maar ook om zelf aan de slag te gaan met treinen en poppen (je kunt zelfs je machinistendiploma halen!). Voor geïnteresseerden van alle generaties geeft P. van Eijndhoven van Promospoor een presentatie over modelspoor op woensdag 17 juli en donderdag 15 augustus (aanvang 19.30 uur).

De tentoonstelling loopt van 22 juni tot en met 7 september.

Zaterdag 13 april: €2,00 toegang

In het kader van de Nationale Museumweek geldt op zaterdag 13 april de feestelijke toegangsprijs van slechts €2,00 per persoon. Ook biedt het museum leuke extra’s. Zo kunnen volwassen bezoekers deelnemen aan een raadspel en kinderen aan een speciale speurtocht. Wie meedoet, krijgt gratis cake bij de koffie of ranja.

Het museum is geopend van 10.00 tot 17.00 uur. Met de Museumkaart is de toegang uiteraard gratis.

‘Slak’, Anke Blankevoort

Nu te zien: Steengoed keramiek

Van 2 maart tot en met 15 juni is de expositie Steengoed keramiek te bewonderen. Te zien zijn objecten van bekende Nederlandse keramisten, verzameld door mevrouw C. Kooijma, en een aantal speciaal voor deze tentoonstelling door Eveline Kieskamp vervaardigde objecten, die een link hebben met de mechanische muziekinstrumenten die in het museum te zien en te horen zijn.

Eerst een misverstand uit de weg ruimen: steengoed is niet hetzelfde als keramiek. Steengoed is vervaardigd met een speciale klei en wordt op een hogere temperatuur gebakken dan voorwerpen van aardewerkklei. Decoratieve stukken worden meestal van aardewerkklei gemaakt. Van origine wordt het woord ‘keramiek’ gebruikt voor voorwerpen die van gebakken klei zijn gemaakt. Denk daarbij aan potten en serviezen, maar ook aan bouwmaterialen, zoals tegels en bakstenen en aan sanitair (wasbakken en toiletpotten).

De expositie Steengoed keramiek toont een ander voorbeeld van traditioneel keramiekgebruik: de kunst. Hierin staat vooral de vorm en de kleur van het keramiek centraal. Na het bakken krijgt de klei een glazuurlaag. Deze wordt aangebracht op de gebakken klei, waarna het voorwerp opnieuw gebakken wordt. Het glazuur geeft de voorwerpen kleur en maakt ze waterdicht.

Nederland kent een aantal bekende keramisten. C. Kooijman (1929), zelf ook beeldend kunstenaar, heeft samen met haar echtgenoot een prachtige verzameling van werken van een groot aantal Nederlandse keramisten opgebouwd. Het museum is gelukkig dat het een aantal objecten uit deze collectie mag exposeren. Te zien zijn voorwerpen van de volgende kunstenaars:

  • Marion Askjaer-Veld
  • Adriana Baarspul
  • Anke Blankevoort
  • Lies Cosijn
  • Evert den Hartog
  • Hans de Jong
  • Lia Lemain
  • Johan van Loon
  • Olga Oderkerk
  • Mieke Oldenburg
  • Olaf Stevens
  • Henk Wolfers

Daarnaast is er ook werk van Bennekomse bodem: Eveline Kieskamp liet zich inspireren door de muziekdozen die in het hele jaar door in het museum te bewonderen zijn en maakte er een aantal van keramiek.

De tentoonstelling Steengoed keramiek is te zien tot en met 15 juni. In het museum is de museumkaart geldig.

Nu te zien: Iconen om bij stil te staan

Van 24 november tot en met 23 februari is een groot aantal iconen van autodidactisch icoonschilder Henk Roersma te bewonderen: Iconen om bij stil te staan. Verder zijn er oude iconen van een anonieme verzamelaar, die zelden worden geëxposeerd.

Henk Roersma

Iconen zijn afbeeldingen van bijbelse figuren, heiligen of met andere religieuze kenmerken. Iconen worden volgens vaste regels en met speciale materialen geschilderd, meestal op hout. In het museum exposeert Henk Roersma (1931) voor de laatste keer zijn iconen.

In 1977, op een zonnige dag in Athene, woonde Henk voor het eerst een Grieks-orthodoxe kerkdienst bij: “Ik was erg onder de indruk van de kerk, het interieur, de met fresco’s bedekte muren, de iconen en de hele iconostase (wand, samengesteld uit iconen). En dan de dienst zélf: het kleine, zeven leden tellende mannenkoor, dat samen met de priester in wisselzang de liturgie zong; het was een belevenis.”

Daar is Roersma’s interesse voor iconen en alles wat daarmee samenhangt ontstaan. Hij maakte een uitgebreide studie over iconen en het schilderen ervan. “Daarvoor heb ik sinds mijn pensionering uiteraard meer tijd,” vertelt Henk, voormalig beroepsmilitair en gemeenteambtenaar. “Afhankelijk van de grootte en andere factoren neemt het maken van een icoon 100 tot 120 uren in beslag.”

Voordat een icoon geschilderd kan worden, zijn allerlei voorbereidingen nodig. Eerst bewerk je een paneel, meestal van lindehout. Daarop breng je onbewerkt linnen aan. Hierop komen acht tot tien onderlagen van gesso (levkas, een emulsie van krijt en lijm). Daarna polijst je het oppervlak zorgvuldig totdat het zo glad is als een eierschaal en vervolgens ga je de tekening aanbrengen. Om te beginnen verguld je bepaalde delen en dan begint het schilderen met tempera (bestaande uit bewerkt eigeel en kleurpigmenten). De temperaschildertechniek stamt uit Egypte (eerste tot vierde eeuw na C.); men begroef toen doden met een geschilderde afbeelding op hun gelaat, een zogenaamd Fayumportret. De gebruikte technieken bij het maken van deze portretten zijn van grote invloed geweest op de icoonschilderkunst.

Iconen zijn vooral ontstaan in landen waar het christendom in de vorm van Oosterse orthodoxie de godsdienst is, zoals Griekenland, Rusland, de Balkanlanden en de landen rond de Middellandse Zee: het oude Byzantijnse Rijk. Bij het schilderen dient rekening gehouden te worden met bepaalde regels. Deze regels zijn vervat in de schilderboeken (de zgn. canon) en hebben de bedoeling voor zuiverheid en uniformiteit te zorgen en de regels daar over van de Kerk te volgen.

De expositie toont naast iconen van recente datum een aantal prachtige, oude iconen van een anonieme verzamelaar. De tentoonstelling is een unieke gelegenheid om deze te kunnen zien. Iconen om bij stil te staan duurt van 24 november tot en met 23 februari. In het museum is de Museumkaart geldig.

Zaterdag 27 oktober: Nacht van de Geschiedenis

Bennekom is een minder braaf dorp dan u zou denken. Verleden en heden maken duidelijk dat opstand en verzet niet vreemd is voor de inwoners van Bennekom. Dat zullen we u op een verrassende wijze laten zien en horen!

  • 19.30 uur Ontvangst
  • 20.00 uur Welkomstwoord Jan Roodzant (voorzitter HVOB)
  • 20.05 uur Opening mw. H.N. Veltman-Kamp (wethouder van cultuur Ede)
  • 20.15 uur Lezing Peter Westerveld (HVOB): Bewogen en opstandige Bennekommers. Een korte geschiedenis?
  • 21.05 uur Lezing Jos van Ginkel (KLM): Het bewogen leven van KLM-icoon ‘Monsieur Chocolat’
  • 21.30 uur Nazit tot 22.00 uur

De entree bedraagt € 2,-, met museumkaart gratis.

Nu te zien: Poppen aan het woord

Wie heeft er geen mooie herinneringen aan de poppenkast? Bij de meester of de juf in de klas, in een theater of op een kinderfeestje: bijna iedereen heeft kennisgemaakt met Jan Klaassen en Katrijn. En wie kent Rikki en Slingertje nog? Of keek voor het slapen gaan naar de Fabeltjeskrant? Dit jeugdsentiment – en nog veel meer – is tot en met 1 november te zien in de tentoonstelling Poppen aan het woord.

Bezoekers maken in een sprookjesachtige sfeer kennis met poppen en marionetten van bekende poppenmakers en theaters uit binnen- en buitenland. Zo zijn er poppen te zien van diverse Nederlandse poppentheaters: Kooman’s Poppentheater uit Den Haag, Poppentheater De Toverbezem uit Ede en Poppentheater De Kletskous uit Wijk bij Duurstede. Ook zijn er marionetten uit Tsjechië, uit de verzameling van Libor Strumpf uit Chrudim.

Kinderpoppenkast en workshop

Voor de jeugdige bezoekers (kinderen van 4 t/m 8 jaar) organiseert het museum regelmatig een poppenkastvoorstelling over de avonturen van Jan Klaassen, het hondje Snuffel en… de rest houden we nog even geheim. Na afloop van de circa 30 minuten durende voorstelling kunnen de kinderen zelf een poppenkastje maken. Bovendien krijgen ze twee vingerpopjes om zelf poppenkast mee te spelen. Aan elke workshop kunnen maximaal 20 kinderen meedoen. De prijs per deelnemer is € 1 (voor de poppenkastvoorstelling hoeft niet extra te worden betaald). Kaarten hiervoor zijn alleen op de dag zelf te koop, bij de kassa van het museum. Vooraf reserveren is niet mogelijk.

De poppenkastvoorstellingen en workshops worden op de volgende data gehouden:

  • donderdag 12 juli
  • dinsdag 17 juli
  • dinsdag 7 augustus
  • dinsdag 21 augustus
  • dinsdag 23 oktober

De voorstelling begint om 14:30 uur.

Een mooi cadeau!

Dankzij het Coöperatiefonds van de Rabobank Vallei en Rijn ontving het museum recentelijk een zeer welkome bijdrage. Directeur Jos van Ginkel nam een cheque ter waarde van € 5.000 in ontvangst. Een prachtig bedrag dat bestemd is om onze museumwinkel een facelift geven.

Nu te zien: Het mechanisch draaispit

Een primeur voor het museum: voor de eerste keer in Nederland is een tentoonstelling te zien van antieke, mechanische draaispitten. Deze unieke expositie loopt van 3 maart tot 16 juni.

Tot in het eerste kwart van de vorige eeuw was het mechanisch draaispit in gebruik voor het grillen van vlees boven open vuur. Tegenwoordig is het een curiositeit geworden en een verzamelobject voor liefhebbers van ambachtelijk gemaakt (keuken)gereedschap. Eén van deze verzamelaars is dr. Henk Klaassen, auteur van het boek Het mechanisch draaispit: Ontwikkeling en variatie door de eeuwen heen. De imposante collectie van dr. Klaassen, bestaande uit zo’n dertig verschillende mechanische draaispitten, vormt de basis van deze expositie.

De techniek van de mechanische draaispitten is verwant aan die van de mechanische muziekinstrumenten die in het museum te zien en beluisteren zijn. Grofweg kan men drie technieken van aandrijving onderscheiden: met hete lucht, een gewicht of een veer. De laatste twee technieken komen in deze expositie uitgebreid aan bod. Eveneens te bewonderen zijn de verschillende variaties van het mechanische draaispit, zoals de tourne broche (Frankrijk), Bratenwender (Duitsland), spit jack (Engeland) en girarrosto (Italië).

Deze expositie duurt tot en met 16 juni.

Nu te zien: Aan tafel

Veel mensen genieten met de feestdagen van gezellig samen eten aan een mooi gedekte dis. De nieuwe wisseltentoonstelling Aan tafel past bij deze tijd van het jaar. De expositie toont fraai gedekte tafels met fonkelend kristal, porseleinen serviezen en elegant bestek van de gegoede burgerij in ons land uit de eerste helft van de vorige eeuw. Verder zijn er acht poppenhuizen, waarin ook gedekt is voor de maaltijd.

Tafelmanieren verschillen van land tot land. Gewoontes en gebruiken bij het eten zijn in de loop der tijd sterk veranderd. Tot aan het eind van de zeventiende eeuw was het in Europa heel gewoon om met je handen te eten. Strikte voorschriften over de plaatsing van het eetgerei bij het tafeldekken ontstonden pas in de tweede helft van de negentiende eeuw. Tot die tijd at je met de vork (of de lepel bij vloeibare gerechten) in de rechterhand en pakte je de vork even over naar links voor het snijden van het voedsel. Netjes met mes en vork eten doen we dus nog niet zo lang.

Familiewapen

In de Gouden Eeuw kwam porselein in de hogere kringen in gebruik. Schepen van de V.O.C. brachten het mee uit China. Vóór die tijd was het meeste serviesgoed van hout, metaal (tin) of aardewerk. Welgestelde mensen hadden vaak verschillende serviezen voor ‘door de week’ en voor feestelijke gelegenheden. Soms werden serviezen speciaal voor een adellijke familie gemaakt en van het familiewapen voorzien. Voor ontbijtmaaltijd, lunch, thee en diner werden andere serviezen gebruikt. Ook waren er huishoudens met aparte serviezen voor kerstmis en de paasdagen. Dat waren meestal gezinnen met voldoende personeel om alles af te wassen.

Statussymbool

In de zeventiende eeuw werd het mogelijk om mooie tafelkleden te weven. De linnenuitzet was in die tijd het belangrijkste statussymbool voor een jonge vrouw. Langzaam druppelde dat door naar de burgerij. Tot ver in de tweede helft van de twintigste eeuw vergaarden veel jonge meisjes al vanaf een jaar of twaalf handdoeken, theedoeken en tafellakens, ter voorbereiding op hun huwelijk. Een goed gevulde linnenkast was een pronkstuk.

Periode 1900-1950

In de expositie Aan tafel is te zien hoe de tafel werd gedekt in de periode 1900 – 1950. Kinderen hadden in die tijd vaak een eigen bord, beker, kom en eigen lepeltje, vorkje en schuivertje (in plaats van een mes). Veel van het tentoongestelde servies, bestek en linnengoed komt uit de eigen collectie van het museum, aangevuld met glazen, schalen, borden, koppen en schotels van een aantal bruikleengevers. Leuk om te zien hoe het vroeger hoorde, aan tafel en bij de theevisite. Ook zijn er mooie en leuke poppenhuizen in kerstsfeer, uit het begin van de vorige eeuw.

De tentoonstelling duurt tot en met 24 februari 2018.

Zaterdag 28 oktober: Nacht van de Geschiedenis

Voor de tweede keer wordt in Bennekom de Nacht van de Geschiedenis gehouden. Het thema van deze landelijke manifestatie is dit jaar ‘Geluk’. In het museum geven Hans Dorrestijn, Peter Westerveld en Dance Studio Bennekom op zaterdag 28 oktober hun invulling aan geluk.

Het evenement is een samenwerking tussen het museum en Historische Vereniging Oud-Bennekom. HVOB vice-voorzitter Peter Westerveld geeft tijdens de Nacht van de Geschiedenis een lezing over hoe het verenigingsleven in Bennekom het thema Geluk in de negentiende en begin twintigste eeuw weerspiegelt. Hans Dorrestijn zorgt voor een primeur door zijn nieuwe lied ‘Het nadeel van de voorspoed’ te zingen.

De Nacht van de Geschiedenis 2017 vindt plaats op zaterdag 28 oktober. U bent vanaf 19.30 uur welkom. Het evenement duurt tot 22.00 uur. De entree is 2 euro en met een Museumkaart gratis.

14–28 oktober: Museumkidsweek

Deze herfstvakantie valt in het museum van alles te beleven. Het is namelijk Museumkidsweek. Onder het motto ‘Is het spannend in het museum?’ ga je op zoek naar de spannendste plekken in het museum.

Er is van alles te bekijken, beluisteren en ontdekken. Verken het hele museum tijdens een speurtocht en ga verkleed als een kind uit de tijd van Ot en Sien. En het allerleukste: met een selfie bij een spannende plek of voorwerp in het museum maak je kans op een mooie prijs.

De museumkidsactie duurt van 14 tot en met 28 oktober.

Nu te zien: Glaskunst

Glaskunst, de nieuwe thematentoonstelling, bestaat uit werk van de Wageningse kunstenares Ilse de Vries. Ook zijn in het museum schilderijen van haar hand te bewonderen.

De van oorsprong Oostenrijkse Ilse de Vries volgde een opleiding tot ambachtelijk kristalglas-graveur aan de Glasfachschule in Tirol. In haar thuisland is glas graveren niet alleen een artistieke uiting, maar ook een ambachtelijk beroep. Zij beheerst de glasbewerkingstechnieken glas graveren en glas fusen.

Glas graveren, wat behoort tot de zogenaamde ‘koudglastechniek’, doet men op kristal, een glassoort die lood bevat waardoor het zachter is dan gewoon glas. Ilse graveert met steen, diamant en koper. Hieronder vallen vooral decoratiemethoden. Maar Ilse beschouwt het graveren als meer dan het decoreren van een voorwerp. “Zoals een kunstschilder gevoelens en ervaringen met kleur en penseel op doek overbrengt, zo wil ik mijn emoties en ervaringen overbrengen op glas,” vertelt ze.

Bij de ‘warme techniek’, zoals glasblazen en glas fusen, gaat het meer om de vormgeving. Bij fusen worden uitgesneden stukjes of repen glas op elkaar gelegd en daarna in een oven samengesmolten. Hierdoor ontstaan interessante kleurenpatronen en texturen. Deze techniek leerde de kunstenares bij Van Tetterode in Amsterdam. Haar bezieling haalt ze veelal uit de natuur, uit het mooie om ons heen, dat helaas vaak met uitroeiing of uitsterving wordt bedreigd: “Vooral kleurrijke dieren inspireren mij enorm.”

Sinds een jaar of tien maakt Ilse ook schilderijen. Een aantal daarvan completeert de tentoonstelling, die te zien is tot en met 18 november.

Nieuwe aanwinst

Het museum is een prachtige Regina schijvenspeeldoos rijker dankzij een gulle gever. De in Florida woonachtige Magda Dimmendaal tekende op 29 augustus het overdrachtsformulier voor het object.

Mw. Dimmendaal schafte de speeldoos aan niet alleen vanwege de mooie klank, maar ook vanwege het Hollandse tafereel dat op de deksel is afgebeeld. Op aanraden van haar broer, beeldend kunstenaar Wim Dimmendaal, besloot ze de doos aan het Kijk en Luistermuseum te schenken.

Vlegeldagkorting

Nog nooit bij ons binnen geweest? Daar kan wat aan gedaan worden. Combineer Vlegeldag op 23 augustus met een bezoek aan het museum. Tijdens Vlegeldag geldt een speciale prijs van slechts €2,-. Het museum is dan open van 10.00 tot 14.00 uur.

Naast een bijzondere textielcollectie, is het museum vooral bekend om de collectie mechanische muziekinstrumenten: speeldozen, draaiorgels, straatpiano’s en nog veel meer. In de muziekzaal kun je zien en horen hoe mensen van muziek genoten toen er nog geen elektriciteit was. Veel instrumenten zijn al meer dan een eeuw oud en hebben nog steeds een mooie heldere klank.

Bovendien zijn er tot en met 9 september twee wisseltentoonstellingen te zien:

Koken, Keuken en Kunst omvat veel emaillen gebruiksvoorwerpen, maar ook kookboeken, theedoeken en ander keukeninventaris. Daarnaast zijn er speelgoedfornuisjes en zelfs volledige miniatuurkeukentjes te zien. Een prachtige aanvulling daarop zijn de realistische stillevens in olieverf van Wil van Gemert.

Meccano geeft een overzicht van dit technisch speelgoed, dat tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw razend populair was in binnen- en buitenland. Edenaar Karst Quast, een gewaardeerd lid van het Meccano Gilde Nederland, exposeert objecten uit zijn imposante collectie. Jeugdige bezoekers mogen in de bouwhoek zelf met Meccano aan de slag.

26 juli en 17 augustus: Meccano-lezing

Karst Quast, het brein achter onze huidige wisseltentoonstelling Meccano, geeft op 26 juli en 17 augustus aanstaande voor alle geïnteresseerden een lezing over het ontstaan, de techniek en de vele mogelijkheden van dit technische speelgoed. Aansluitend aan zijn presentatie kun je vragen stellen en de tentoonstelling over Meccano bekijken. En zelf bouwen natuurlijk!

  • Woensdag 26 juli en donderdag 17 augustus
  • Aanvang 19:30 uur (inloop 19:00 uur)
  • Toegangsprijs: € 3,50 (Museumkaart gratis)

De tentoonstelling Meccano loopt tot en met 9 september 2017.

Nu te zien: Meccano

Edenaar Karst Quast, een gedreven Meccano-bouwer en gewaardeerd lid van Meccano Gilde Nederland, exposeert van 11 juli tot en met 9 september objecten uit zijn uitgebreide collectie van dit technische speelgoed. Jeugdige bezoekers kunnen in de bouwhoek zelf met Meccano aan de slag.

Meccano was tot ver in de jaren zestig van de vorige eeuw het summum van technisch speelgoed. Veel opa’s van nu hebben ermee gespeeld, gebouwd en zo de beginselen van techniek geleerd; niet alleen in Nederland, maar in heel veel landen in Europa en daarbuiten.

Het museum heeft een interessante expositie samengesteld uit de Meccanoverzameling van Karst Quast (1952) uit Ede, aangevuld met objecten van andere leden van het Meccano Gilde. Bezoekers bewonderen de meest uiteenlopende bewegende en niet-bewegende constructies: een raket, een carrousel, kranen, auto’s, treinen, een schattig boeketje bloemen, en – speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt – een echt spelende ‘muziekdoos’.

Levenslange fascinatie

In zijn werkzame leven heeft Karst Quast heel verschillende beroepen gehad, waarbij techniek steeds een centrale rol vervulde. “Als kleine jongen was ik al geïnteresseerd in techniek en bouwen,” vertelt hij. “Ik was een jaar of acht toen ik mijn eerste doos Meccano kreeg.”

Algauw was Karst in de ban van een groeiende collectie. “Hoe meer materiaal, hoe mooier, groter en ingewikkelder je kon bouwen: bewegende hijskranen, auto’s die voor- én achteruit konden rijden, hefbruggen die echt konden openen en sluiten en ga zo maar door. Dat was prachtig,” aldus Karst. Niet vreemd dat zijn fascinatie voor Meccano bleef bestaan en dat hij er ook nu nog op zijn zolder prachtige modellen mee bouwt.

Lezingen en bouwhoek

Op dinsdagmiddagen zal Karst Quast regelmatig zelf in het museum aanwezig zijn om vragen te beantwoorden. Bovendien geeft hij op 26 juli en 17 augustus (aanvang 19.30 uur) een presentatie over Meccano voor geïnteresseerden van alle generaties. Kinderen kunnen in de bouwhoek zelf met Meccano aan de slag. Ook mogen kinderen met een Museumkaart tijdens de expositieperiode gratis een introducé meenemen.

De expositie Meccano duurt van 11 juli tot en met 9 september. De toegang is € 3,50 of gratis met Museumkaart.

Vrienden schenken nieuwe vitrines

Het museum is een aantal mooie vitrines rijker. De vitrines zijn een schenking van de Vereniging Vrienden van het Kijk en Luistermuseum. “We zijn erg blij met de nieuwe vitrines,” zegt directeur Jos van Ginkel. “Ze zijn niet alleen mooi en uitstekend geschikt voor het presenteren van onze collectie, maar door de LED-verlichting ook duurzaam.”

Op één na hebben de nieuwe aanwinsten een plaats gekregen in de gang van het museum. “Zo kunnen we deze ruimte beter benutten en kunnen we méér schatten die het museum rijk is laten zien. Zoals in bijna elk museum staat ook bij ons nog heel veel dat interessant is om ten toon te stellen in het depot. Nu kunnen we meer voor het voetlicht halen. Ook kunnen we nu sneller inhaken op de actualiteit,” aldus dhr. Van Ginkel. “De inhoud van de nieuwe vitrines kun je wisselen, onafhankelijk van wat er verder te zien en te horen is. In de Moltzerzaal staat ook een van de nieuwe aanwinsten. Hierin staan muziekrollen en muziekinstrumenten die onze bezoekers voorheen niet konden zien, omdat de goede uitstalkast daarvoor ontbrak. Vaak gaat het om kwetsbare en kleinere voorwerpen, die voor het totaalplaatje niet mogen ontbreken.”

Op de feestelijke jaarvergadering van de Vereniging Vrienden van het Kijk en Luistermuseum zijn de vitrines door Meta Moerman, de voorzitter van de Vereniging, officieel overgedragen aan de museumdirecteur. “De Vereniging Vrienden van het Kijk en Luistermuseum telt 200 leden. Er zijn particuliere vrienden en bedrijfsvrienden. Dat mogen er best nog wat meer worden,” zegt mw. Moerman. “Met het geld dat de Vrienden vergaren kunnen we het museum helpen bij de uitbreiding van de collectie of de financiering van restauraties en exposities.”

8 en 9 april: €2,00 toegang

In het kader van de Nationale Museumweek kost een entreekaart in het weekend van 8 en 9 april slechts twee euro per persoon. Ook biedt het museum extra activiteiten. Zo kunnen bezoekers zien hoe onze vrijwilligers de oude muziekinstrumenten restaureren en onderhouden.

Dit jaar is het thema van de Nationale Museumweek namelijk ‘Ons echte goud’. Het échte goud van dit museum is wat de technische dienst allemaal presteert om de mooie collectie te restaureren en behouden. Hoe dat in zijn werk gaat bij onze oude muziekinstrumenten wordt dit weekend gedemonstreerd. Ook andere klussen die de technische dienst van het museum normaal achter de schermen uitvoert, worden nu voor het voetlicht gebracht, ondersteund door videofilms en ander beeldmateriaal.

Verder kunnen volwassenen dit weekend deelnemen aan een raadspel en kinderen aan een speciale speurtocht. Wie het raadspel speelt, krijgt gratis cake bij de koffie. Voor kinderen die meedoen aan de speurtocht is er gratis ranja.

Zaterdag 8 april is het museum open van 10.00 tot 17.00 uur; zondag 9 april van 14.00 tot 17.00 uur. Met de Museumkaart is de toegang gratis. Voor anderen geldt dit weekend de speciale feestelijke toegangsprijs van twee euro.

Nu te zien: Mooi zijn…

Mooi willen zijn is van alle tijden. In de prehistorie verfraaiden mensen zich al met armbanden, kettingen en andere sieraden. Dit gegeven is het thema van de wisseltentoonstelling Mooi zijn, een kleurrijke, speelse en interessante expositie die tot en met 1 juli te zien is.

“Het fascineert me hoe mensen zich mooi maken en wat ze mooi vinden,” zegt Minke Stolk, lid van het tentoonstellingsteam van het museum. Minke reisde over de hele wereld en verzamelde daarbij allerlei sieraden, hoeden, kleding en tassen. “Ik maakte veel foto’s van hoe mannen, vrouwen en kinderen de kleding en accessoires droegen,” vertelt ze. “Je kunt een lipschijf van de Mursi uit Ethiopië meenemen naar huis, maar het is belangrijk om te weten hoe deze gedragen wordt. Dan zegt zo’n sieraad veel meer.”

De expositie Mooi zijn bestaat uit accessoires waarmee de mens zichzelf verfraait in Nederland, maar ook ver daarbuiten. Oude en nieuwe voorwerpen én foto’s daarvan, afkomstig van een aantal verzamelaars en kunstenaars, waaronder Margo Nelissen en Jacqueline van Bergeijk. Een lust voor het oog!

Museuminspecteur Sanne wint iPad mini

Sanne Beumer (9) uit Arnhem ontving in januari een iPad mini uit handen van museumdirecteur Jos van Ginkel. Kinderen met een Museumkaart mochten in december 2016 een museum “inspecteren” en konden met hun beoordeling een prijs winnen. Sanne was de gelukkige.

Sanne bracht een bezoek aan het Kijk en Luistermuseum. Met haar Museumkaart kon ze gratis naar binnen. Kinderen kunnen het hele jaar museuminspecties doen, ze zijn dan museuminspecteur. Samen kiezen zij zo dé kidsproof musea van Nederland en er is een top 10 van de Museuminspecteurs. Je beantwoordt twaalf vragen, bijvoorbeeld ‘Wat vond je het leukste?, ‘Kon je alles goed zien?’, en ‘Was er iets speciaals te doen voor kinderen?’ en daarna stuur je je beoordeling op naar de website Museumkids.nl. Met je beoordeling kun je prijzen winnen, zoals prentenboeken en theaterkaartjes, maar ook een iPad mini!

Sanne was enthousiast over het Kijk en Luistermuseum en liet dat aan Museumkids weten. Met haar positieve recensie heeft ze de hoofdprijs gewonnen. Samen met haar vader, moeder en broertje kwam ze de hoofdprijs ophalen in Bennekom. Ze kreeg de iPad mini uitgereikt door museumdirecteur Jos van Ginkel. Er was gebak voor allemaal en haar broertje ontving een leuk speeldoosje.

Nu te zien: Winterwarm

Breien, haken en andere vormen van textielkunst zijn weer helemaal in. Diverse textiele kunstvormen en gebruiksvoorwerpen wisselen elkaar af in onze expositie Winterwarm – Textielkunst, te zien van 6 december tot en met 4 februari.

Textiel geeft ons warmte, bescherming en status. Het vertelt ons wie we willen zijn, hoe we leven of wat we hebben meegemaakt. Uitgaande van ‘wol’ – dat ons warm houdt in de winter – hebben we een aantal kunstenaars uitgenodigd om hun werken te exposeren. Het werd een boeiende verzameling: van nuttige kledingstukken tot driedimensionale kunstvoorwerpen van wol, vilt, acryl en andere materialen.

Deelnemers aan de tentoonstelling:

  • Jacqueline van Bergeijk
  • Club Geluk
  • Josien Eulderink
  • Mevrouw van der Heide
  • Erica van Jeveren-Booy
  • Dien Mulder
  • Hilde Noordzij
  • Henrique van Putten
  • Fransje Smit
  • Trudi Windau
  • Marien Zwarts